Filosofie 1700 – 1850

Tijds Tabel filosofie 1700 – 1850:

De empiristen:

John Locke (1632 -1704)

Citaat:
1. De geest is bij de geboorte als een schone lei, die beschreven wordt door de wereld van ervaring.
2. Ieder mens heeft het bezit over zijn eigen persoon. Niemand anders heeft hier recht op , alleen hijzelf.
3. Lezen voorziet de geest van kennis materiaal, het is door ons denken dat we ons eigen maken wat we lezen.
4. Ouders vragen zich af waarom het water bitter is, terwijl ze zelf de bron vergiftigd hebben.
5. De angst voor het kwade is een veel sterkere drijfveer voor het menselijk handelen dan de hoop op het goede.
6. Aan het handelen van mensen leest men het beste hun gedachten af.
7. Van geen enkele mens op aarde kan de kennis zijn ervaring overstijgen.

Voltaire (1694 -1778)

Citaten:
1. Geen enkele sneeuwvlok in een lawine voelt zich ooit verantwoordelijk.
2. Alles is een wonder. De verbazingwekkende natuurlijke ordening, de omwenteling van zo’n honderd miljoen werelden rond een miljoen sterren, de werking van het licht, het dieren leven, alles is een groot en eeuwig wonder.
3. Waardering is een geweldig iets. Het maakt wat voortreffelijk is in anderen tevens ons eigendom.
4. De moraal die van God komt, verenigt alle mensen, het dogma dat van de mensen komt, verdeelt hen.
5. Twee dingen: Houd van waarheid en vergeef fouten.
6. Toeval bestaat niet. We noemen zo een gevolg van een oorzaak die we niet zien.

David Hume (1711 -1776)

Citaten:
1. Mensen lijken zoveel op elkaar, in alle tijden eb op alle plaatsen, dat we niets leren van de geschiedenis in dezen. Haar belangrijkste toepassing is het ontdekken van de constante en de universele principes van de menselijke natuur.
2. Er is geen rechtvaardiging voor de opvatting dat er een causale noodzaak bestaat voor de ordening van gebeurtenissen.
3. Ik ben niets dan een pakket percepties.

John Stuart Mill (1806 -1873)

Citaten:
1. Het individu moet vrij zijn zolang hij de vrijheid van een ander daar niet mee beperkt. Ofwel: Het principe is dat het slechts in één geval aan een groep of aan een individu toegestaan is om zich met iemands vrijheid van handelen te bemoeien, en dat is om zichzelf te beschermen.
2. Vraag jezelf of je gelukkig bent en je zult het niet meer zijn.

Charles Montesquieu (1689 -1755)

Citaten:
1. “Vrijheid is het recht om alles te doen wat de wet toestaat, en als een burger zou kunnen doen wat bij wet is verboden, dan zou hij niet langer vrij zijn, omdat zijn medeburgers hetzelfde zouden kunnen.”
2. “Als de wetgevende macht verenigd is met de uitvoerende macht in een persoon of in een bestuurlijk lichaam, dan is er geen vrijheid, omdat men moet vrezen dat dezelfde monarch of senaat die tirannieke wetten uitvaardigt ze ook tiranniek zal uitvoeren.”
3. “Ook is er geen vrijheid als de rechterlijke macht niet gescheiden is van de wetgevende en uitvoerende macht. Als deze samengaat met wetgevende macht dan wordt de macht over leven en vrijheid van de burgers willekeurig, want de rechter zou wetgever zijn. Als deze samengaat met de uitvoerende macht, dan kan de rechter de macht verwerven van een tiran.”

De idealisten:

Immanuel Kant (1724 – 1804)

Citaten:
1. Wetenschap is georganiseerde kennis. Wijsheid is georganiseerd leven.
2. Alle kennis begint vanuit de ervaring, maar ontspruit niet noodzakelijkerwijs aan de ervaring.
3. Het slechte aan oorlog is dat het meer slechte mensen oplevert dan afvoert.
4. Het menselijke hart weigert te geloven in een universum zonder doel.
5. Blijf altijd het menselijk individu als doel zien en gebruik het niet als middel tot uw doel.
6. Gelukkig zijn is niet een ideaal van de rede, maar van de verbeelding.
7. Ervaring zonder theorie is blind, maar theorie zonder ervaring is niet meer dan een intellectueel spelletje.
8. Alleen de afdaling in de hel van zelfkennis bereidt de weg naar goddelijkheid.
9. Het is gods wil niet slechts dat we gelukkig zijn, maar dat we onszelf gelukkig maken.

Arthur Schopenhauer (1788 – 1860)

Citaten:
1. Geld is een abstractie van het menselijk geluk, daarom verlangt iemand die niet in staat is tot werkelijk geluk er zo naar.
2. In muziek en kunst kunnen we de universele wil los van ons eigen individuele streven complementeren.
3. De wereld is mijn voorstelling.
4. Eer kan niet gewonnen worden, je moet haar alleen niet verliezen.
5. De eer is het uiterlijk geweten en het geweten is de innerlijke eer.
6. Alle waarheid passeert drie stadia. Eerst wordt het belachelijk gevonden. Dan wordt het gewelddadig tegengesproken en vervolgens wordt het geaccepteerd omdat het vanzelfsprekend geworden is.
7. De rijpheid van de geest blijkt uit de langzaamheid in het geloven.
8. Kennis is nog geen wijsheid.
9. Wat je vijand niet mag vernemen, vertel dat ook je vrienden niet.
10. Rijkdom is als zeewater: hoe meer men ervan drinkt, hoe dorstiger men wordt.
11. Geheel zichzelf zijn mag men slechts, zolang men alleen is; wie dus niet van de eenzaamheid houdt, houdt ook niet van de vrijheid, want slechts wanneer men alleen is, is men vrij.
12. Bij veel mensen ziet men dat het kijken gewoon de plaats van het denken heeft ingenomen.
13. Velen leven te sterk in het heden: de lichtzinnige – anderen te sterk in de toekomst: de angstig bezorgden.
14.Wanneer je wilt taxeren hoe gelukkig iemand is, moet je hem niet vragen naar wat hem plezier doet, maar naar wat hem verdriet doet.
15. Elk bereikt doel is weer het begin van een nieuwe tocht, en zo tot in het oneindige.
16. Boven alle lof verheven is hij die goed spreekt van de man die kwaad over hem spreekt.
17. Het ergste moet nog komen…

Ludwig Feuerbach (1804 – 1872)

Citaten:
1. De mens is wat hij eet.
2. God is een door de mens gemaakt wezen, waarop de mens omwille van eigen geluk en genotsverhoging zijn menselijke idealen, noden en wensen projecteert.

Transcendentalist:

Ralph Waldo Emerson (1803 -1882)

Citaten:
1. We uiten ons maar half en schamen ons voor het goddelijke dat in elk van ons schuilt.
2. Uiteindelijk is niets heilig behalve de integriteit van je eigen geest.
3. Blijf kalm over honderd jaar is het allemaal voorbij.
4. De beloning voor iets dat goed gedaan is, is het gedaan te hebben.
5. De enige beloning van deugdzaamheid is de deugd. De enige manier om een vriend te hebben is om er een te zijn.
6. De wereld is vol met poorten, vol met kansen, aaneenschakelingen van spanning die erop wachten benut te worden.
7. De mensen van karakter zijn het geweten van de maatschappij.
8. De som van wijsheid is dat tijd, gewijd aan werk, nooit verloren is.
9. Een van de voordelen van een academische studie is dat ze een jongen toont hoe weinig hij er aan heeft.
10. Het einde van het menselijke ras zal zijn dat het tenslotte aan beschaving zal sterven.
11. Het leven is niets dan een experiment, hoe meer je experimenteert, hoe beter.
12. Kijk uit waar je je zinnen op zet want je krijgt het vast en zeker.
13. Onze beste gedachten komen van anderen.
14. Uit alles wat ik gezien heb, heb ik geleerd de Schepper te vertrouwen voor alles wat ik niet gezien heb.
15. Het enige geschenk is een deel van je zelf.
16. Het is een van de mooiste vergoedingen van het leven, dat niemand oprecht een ander kan helpen zonder zichzelf te helpen.
17. Leven is een vordering, niet een station!
18. Je kunt nooit een gunst te vroeg doen, omdat je nooit weet wanneer het te laat zal zijn.
19. Wat je ook doet, je hebt moed nodig. Welke koers je ook bepaalt, er is altijd iemand die je verteld dat je het verkeerd hebt.
20. De voorouder van elke actie is een gedachte.
21. Te weten dat minstens één leven wat rustiger kan ademen omdat jij hebt geleefd. Dat is de ware betekenis van succes.
22. Elke minuut boosheid kost je 60 seconden geluk.
23. De grootste kunst is jezelf te blijven in een wereld die constant probeert je te veranderen.
24. Doe wat je moet doen en de kracht volgt vanzelf.
25. Als je nooit wat vindt, heb je te hard gezocht.

Of kies een van de volgende filosofie pagina’s;

Filosofie BC

Naar filosofie van 0 -1000 AC met o.a. Marcus Aurelius met zijn mooie citaten.

Filosofie tussen 1000 en 1700 AC met filosofen als Descartes en Spinoza.

Hier vind je de Filosofische gedachten van 1700 – 1850 met Kant, Schopenhauer en Emerson.

Voor de latere filosofie van 1850 -1950 met Darwin, Sarte en Einstein.

Ook hedendaagse filosofie is te vinden op deze site.

Voor een overzichtelijke tijdlijn van de filosofie.

Tenslotte is er ook een overzicht met filosofie citaten en een met oosterse filosofie.

Scroll naar boven